Turnhout is een centrumstad in het noorden van België gelegen in de provincie Antwerpen. Het is de hoofdplaats van het arrondissement Turnhout en het gelijknamige kies- en gerechtelijk kanton. De stad telt ruim 47.000 inwoners. Turnhout afficheert zichzelf als de “speelkaartenstad”. De stad grenst over een kilometer aan Nederland.
Het toponiem Turnhout bestaat uit twee woorddelen namelijk Turn- en hout.
- Turn- zou mogelijk afgeleid zijn van het Germaanse woord “durnum”, dat doorn betekent.
- Het achtervoegsel -hout komt van het Germaanse woord “hulta” en betekent bos.
De naam betekent dan doornbos.
Een alternatieve verklaring, zoals verteld bij de rondleiding in het kasteel van de hertogen van Brabant in Turnhout, is dat Turn- afkomstig is van het oude woord voor toren (zie ook Torhout). De naam zou dan betekenen toren in het bos, waaromheen dan de nederzetting zou zijn ontstaan.
Het toponiem duikt voor het eerst op als Turnolt in 1186 in een document van de Abdij van Tongerlo. De daarmee aangeduide plaats bevindt zich overigens in het huidige Oud-Turnhout. Een jaar later (1187) noemt een document uit de Archives nationales te Parijs de plek Turneholt. In 1212 duikt voor eerst de huidige naam van Turnhout op in een document uit diezelfde archieven.
Vroege geschiedenis
Op het grondgebied van Turnhout zijn bescheiden aantallen vondsten bekend van het mesolithicum, de bronstijd en de ijzertijd. Ook uit de Romeinse tijd resten vond men slechts een kruikje en enkele munten.
Turnhout is ontstaan op het kruispunt van twee grote handelsroutes en in de bescherming van het jachtkasteel van de hertogen van Brabant dat al voor 1110 zou hebben bestaan. Dit jachtverleden wordt nog steeds weerspiegeld in het wapen van de stad. In ongeveer 1212 verkreeg de kleine gemeenschap haar stadsrechten van hertog Hendrik I van Brabant. In 1338 werd het privilege toegekend om op zaterdag een markt te organiseren, een traditie die ook nu nog in ere wordt gehouden.
Tot 1356 was Turnhout hertogelijk bezit. Toen werd het, samen met een groot aantal omringende dorpen, als Land van Turnhout geschonken aan Maria van Brabant. In 1399 kwam het Land van Turnhout weer aan de hertog maar behield een zekere zelfstandigheid. Het Land van Turnhout was de kern van een groter gebied, het Kwartier van Turnhout.
In 1466 beschreef een Boheemse reiziger de goedgebouwde huizen en hij telde vijf kerken.
In 1406 werd Brabant deel van het Bourgondische Rijk en in 1482 van het Habsburgse Rijk. Van 1546-1556 werd het geschonken aan Maria van Hongarije, in 1578 aan de heren van Boussu en van 1612-1618 aan Filips Willem van Oranje. Nog in 1597 vond bij Turnhout een veldslag plaats tussen Spaanse en Staatse troepen. In 1648, bij de Vrede van Munster, kwam het Land van Turnhout als leen aan het Huis van Oranje, maar onder soevereiniteit van de Habsburgers. In 1649 werd Amalia van Solms de vrouwe van Turnhout. In 1675 kwam het aan Willem III van Oranje. Bij diens dood in 1702 werd de opvolging betwist. Een zitting van het Brabantse Leenhof bepaalde dat het Land van Turnhout een Pruisische baronie werd. In 1753 verkocht koning Frederik II van Pruisen het leen aan keizerin Maria-Theresia, waarmee het definitief aan de Oostenrijkse Nederlanden kwam. Deze gaf het in leen aan de hertog van Sylva Tarouca, en in 1768 aan Julien Ghislain Depestre, waarmee het Land van Turnhout een graafschap werd. In 1789 vond opnieuw een veldslag bij Turnhout plaats, nu tussen Oostenrijkers en Brabantse opstandelingen, welke laatsten een kortstondige overwinning behaalden. In 1794 kwam Turnhout onder Frans bewind en van 1815-1830 onder het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden.
Economisch was Turnhout van belang als kruispunt van handelswegen (Antwerpen-Rijnland en Breda-Luik) en marktplaats, waardoor een zekere welvaart werd opgebouwd. Vooral de godsdiensttwisten, einde 16e eeuw, brachten verlies van welvaart door oorlog en epidemieën, en de uitwijking van een zekere protestantse bovenlaag naar de noordelijke Nederlanden. Het handelscentrum bleef betrekkelijk klein en op de arme zandgronden in de omgeving werd voornamelijk rogge en peulvruchten verbouwd, vanaf de 15e eeuw ook vlas en vanaf de 18e eeuw aardappelen. De grootste oppervlakte betrof echter woeste grond.
Vooral van de 13e tot en met de 16e eeuw was er een lakennijverheid van enig belang, en vanaf de 15e eeuw was er ook tijknijverheid op basis van vlasgarens. Er ontstonden enkele blekerijen. Vanaf 1650 kwam de kantnijverheid op en vanaf 1735 werd ook de katoennijverheid beoefend.
Moderne tijd
In 1830 werd België onafhankelijk, waarbij Turnhout aan de nieuwe Belgische staat kwam.
De verbindingen verbeterden onder meer door de aanleg van het Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten (1844-1846) en een spoorlijn (1855). In 1867 kwam er zelfs een spoorlijn naar Nederland tot stand. In 1973 werd ook de E34 geopend, toen nog E3, die Antwerpen via Eindhoven met het Ruhrgebied verbond. Vanaf de jaren ’50 van de 20e eeuw werd ook een gedeeltelijke ringweg om Turnhout, de R13 aangelegd, het laatste deel in 1990.
De nijverheid beperkte zich vooralsnog tot de textiel, maar omstreeks 1850 werd de papierindustrie steeds belangrijker en boette de textiel aan belang in. Vanaf 1826 startte de productie van speelkaarten en er ontstonden diverse papierfabrieken waarvan de firma Brepols de oudste was. Ook boekdrukkerijen en vanaf 1921 de productie van behangselpapier werden belangrijk. Turnhout was tot de Tweede Wereldoorlog een centrum van grafische industrie.
Ook de meubelmakerij speelde een belangrijke rol, vooral van 1839-1914. De metaalgieterij Janssens werd na de Eerste Wereldoorlog overgenomen door Usines et Aciéries Allard en deze werd voortgezet onder de naam Allard. Voorts kan Philips worden genoemd die zich hier in 1955 vestigde. Verdere industriële activiteiten zijn in de voedingsmiddelensector: meelfabrieken en koffiebranderijen. Tot 1992 bestond er ook sigarenindustrie.
In het Heilig grafinstituut werd vanaf 1911 onder impuls van de kloosterzuster en directeur Zuster Maria-Jozefa als eerste middelbare school in Vlaanderen voor meisjes Nederlandstalig onderwijs aangeboden. Dit was pionierswerk met het oog op de feminisering en democratisering van het onderwijs. Turnhout is nog steeds een centrumstad met verschillende onderwijsinstellingen.
Op 1 januari 1859 verloor Turnhout een deel van zijn grondgebied aan Oud-Turnhout dat vanaf toen als zelfstandige gemeente bestaat. Het plan om Turnhout bij de fusie van gemeenten vanaf 1 januari 1977 samen te voegen met Vosselaar, Oud-Turnhout en Beerse ging uiteindelijk niet door.
Geografie
De stad telt ruim 45.000 inwoners, waarvan 1448 inwoners (3,36%) met Nederlandse nationaliteit. Ze is hiermee de op twee na grootste stad van de provincie en een van de 13 Vlaamse centrumsteden.
Kernen
Turnhout heeft een aantal dorpen, onder andere Baarle-Heide, Parkwijk, Schorvoort en Zevendonk. Turnhout grenst aan de volgende gemeenten: Ravels, Oud-Turnhout, Kasterlee (deelgemeenten Tielen en Lichtaart), Vosselaar, Beerse, Merksplas, Baarle-Hertog (dorp Zondereigen) en over een kleine afstand aan de Nederlandse gemeente Baarle-Nassau.
Samen met de gemeenten Beerse, Kasterlee, Lille, Oud-Turnhout en Vosselaar maakt de stad Turnhout deel uit van het samenwerkingsverband Kordia.
Bezienswaardigheden:
Burgerlijke bouwwerken
- Het middeleeuwse kasteel van de hertogen van Brabant, nu een gerechtshof
- Het station Turnhout
- Het neoclassicistische stadhuis van Turnhout
- Campus Blairon, de voormalige Kazerne Majoor Blairon (Opleidingscentrum Nr.3)
- Verschillende huizen in art-nouveaustijl, met 37 graffiti naar ontwerpen van Paul Cauchie, in samenwerking met de bouwmeesters Jos Verschoren, Adolf Van der Heyden en de gebroeders Taeymans.
- De windmolen Grote Bentel
- De Goormolen
- De Garenblekerij Boones Blijk
- De watertoren
- Het Heilig Grafinstituut
Religieuze bouwwerken
- De Sint-Pieterskerk uit de 15e en de 18e eeuw met een 19e-eeuwse preekstoel, een koorgestoelte (1713) en biechtstoelen uit 1740
- De Onze-Lieve-Vrouw-van-de-berg-Karmelkerk te Zevendonk
- De Heilig-Hartkerk
- De Onze-Lieve-Vrouw Middelareskerk
- De Goddelijk Kind Jezuskerk
- De Sint-Franciscus van Assisikerk
- De Pinksterkerk
- De Blijde Boodschapkerk
- Het Begijnhof (dat op de Werelderfgoedlijst van UNESCO is opgenomen)
- De Heilig Kruiskerk is de Begijnhofkerk
- De Theobalduskapel
- De Lokerenkapel
- Het Clarissenklooster
- Het Minderbroedersklooster
Musea
- Nationaal Museum van de Speelkaart
- Taxandriamuseum (heemkundig museum)
- Begijnhofmuseum
- Natuurpuntmuseum
- Stoomgroep Turnhout, miniatuurspoorweg in het Stadspark
Bron: Wikipedia (november 2024).